Gepubliceerd: 4 februari 2020
De bekoring is het reusachtige paard dat het geweten aanmoedigt te weerstaan. Hoe sterk staat de wetenschapsfilosoof in zijn gelakte veterschoen, of staat hij nu in de stront? Het duistere spel waartegen K. Popper zich devotioneel verzet, sijpelt reeds uit de rioolbuizen en is aan de oppervlakte gekomen. Alles ontpopt zich als dat waar hij zo beducht voor is: niemendal is falsifieerbaar.
De psyche als een verdeeld huis van Escher heeft haar deuren wijd open geslagen en heet ons allen welkom. De kamers die eerst in het donker van de wetenschappelijkheid gehuld waren, zijn nu ook zichtbaar waar oog en geest heulen.
Zij zijn gevuld met zwanen in kleuren die men zich niet voor kan stellen. Hoe dieper u de gang in loopt, hoe vreemder de vertrekken en haar bewoners. De ezel met de vergulden uitwerpselen, de kip met de gouden eieren en het zomerfruit met pit - alles lijkt een iconografie van de spijsvertering. De gang mondt uit in het essentiële midden waar de figuren zich hebben verzameld in een cirkel. Als ware het Triadisches Ballet; alles draait om een eigen as en in het grotere geheel dat wentelt. U wordt opgepikt en draait nu mee in de open kring en haar vrienden - alles is hier bezoedeld en nooit stoppen ze met draaien.